21 zonnepanelen voor een platdakconstructie
Om een groot aantal zonnepanelen te kunnen plaatsen op een plat dak heeft P4P met Schüco systemen diverse oplossingen. Voor standaard daken is dat eenvoudiger dan voor daken waar geen grote gewichtsbelasting mag ontstaan door ballast.
Onder de aluminium basis profielen wordt een dikke kunststof buffer laag aangebracht ter voorkoming van de beschadiging van de onderliggende dakbedekking.
Doordat deze lichte constructie is ontwikkeld door Schüco, dat ook puien en vliesgevels ontwerpt en produceert, zijn daarvoor alle denkbare tests uitgevoerd. Hierdoor wordt verzekerd dat de constructie sterk genoeg is voor de wind- en sneeuwbelasting, zoals wij die in Nederland zouden kunnen verwachten.
Dit lichte systeem heeft de naam gekregen van Aero 2.0. Inmiddels hebben wij ook het bovengenoemd project daarmee uitgevoerd. Een bijkomstig voordeel van dit systeem is de eenvoudige wijze van montage van de panelen. Met een kleine bouwlift zijn alle componenten in korte tijd op het dak geplaatst.
Door de onderliggende rubberen beschermband liggen de lange aluminium profielen direct stabiel en kan erop gemonteerd worden. Op de basis profielen worden de verticale driehoekige steunen met een extra tussenliggende draagsteun met roestvrijstalen schroeven bevestigd. Doordat er per driehoeksteun slechts een
tweetal RVS schroeven geplaatst moeten worden, laat het systeem zich snel monteren.
Op de steunen kunnen de zonnepanelen met aluminium eind- en tussenklemmen en roestvrijstalen schroeven gemonteerd worden. Hiervoor is slechts een inbussleutel nodig en met enkele slagen is het paneel gemonteerd.
Omdat er obstakels aanwezig kunnen zijn moet men goed plannen en eventueel een paneel weglaten om daarmee civiele veranderingen te vermijden.
Als de zonnepanelen geplaatst zijn dan kunnen de afsluitplaten aan de open zijde gemonteerd worden. Deze platen dienen ervoor dat de panelen bij sterke wind niet omhoog los getrokken en afgeblazen kunnen worden. Ook zorgen deze platen ervoor dat er geen sneeuw ophoping kan gaan plaatsvinden onder de panelen.
Nadat de panelen gemonteerd zijn, worden de kabels eenvoudig in 2 groepen doorverbonden, die als 2 sets naar de omvormer worden geleid. Daar worden ze gekoppeld op de omvormer die vervolgens middels een werkschakelaar in de meterkast wordt aangesloten.
Als de complete installatie voltooid is, zijn er verschillende manieren om de ballast te plaatsen. De eenvoudigste methode is hier toegepast door in het daarvoor bestemde profiel in de afsluitplaat een betonnen tegel te plaatsen.